Verschillen tussen CO2-emissietotalen verklaard

In de publicaties van onder meer PBL Planbureau voor de Leefomgeving (Planbureau voor de Leefomgeving ), CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) en RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) verschijnen verschillende getallen voor de emissie van kooldioxide (CO2). Deze getallen gaan grotendeels uit van dezelfde basiselementen, maar ontlenen hun bestaansrecht aan verschillende definities. 

 

Onderstaande tabel geeft voorbeelden voor jaren 1990-2022

1) Inclusief de indirecte emissie van CO2 (die in de atmosfeer ontstaat als gevolg van chemische reacties met NMVOS).
2) Exclusief kort-cyclische CO2 van verbranding van biomassa.
3) De CO2 uit deze bronnen wordt geacht uiteindelijk weer te worden vastgelegd in biomassa en niet bij te dragen aan een toename van de CO2-concentratie in de atmosfeer. Het betreft het verbranden van hout en biogas en het verbranden en ontleden van gestort afval van organische herkomst en het vrijkomen van CO2 bij de rioolwaterzuiveringsinstallaties.
4) Emissie van CO2 op Nederlands grondgebied, exclusief zeescheepvaart en mobiele werktuigen.
5) Feitelijke emissies binnengaats en op het Nederlandse deel van het Continentaal Plat (NCP). 
6) Netto emissie door vastlegging in bossen en biomassa en inklinking van veengronden volgens de huidige klimaatverdrag methodiek. 
 1990200020102015202020212022
Gepubliceerde totalenmiljard kg
   A.  Feitelijke emissies
 

171,3

182,8

197,4

182,6

162,7

169,0

156,3

   B.  IPCC Intergovernmental Panel on Climate Change (Intergovernmental Panel on Climate Change )-emissies
 

168,4

177,2

187,3

169,7

140,7

143,9

132,1

   C.  Milieurekeningen-emissies
 

180,7

201,0

214,6

199,6

173,4

179,7

168,1

   D.  Emissieregistratie (lucht)
 

172,3

188,7

196,5

183,4

163,1

169,4

156,1

Basiselementen
  1. Stationaire bronnen volgens IPCC 1)2)

130,6

134,1

143,7

130,9

107,9

111,1

98,7

  1. Stationaire bronnen, Emissieregistratie

137,7

148,2

156,9

144,3

125,9

131,7

117,5

  1. Kort-cyclische COfeitelijjk 3)

6,0

8,2

14,1

12,5

17,7

20,2

18,9

  1. Verkeer en vervoer, feitelijke emissies 4)

26,7

31,5

30,9

30,2

27,9

28,9

29,7

  1. Zeescheepvaart 5)

3,6

4,6

4,8

5,2

5,5

5,3

5,4

  1. Mobiele werktuigen

4,2

4,5

3,9

3,8

3,8

3,5

3,5

  1. Mobiele werktuigen volgens IPCC

4,3

4,4

3,7

3,6

3,5

3,2

3,3

  1. Verkeer en vervoer volgens IPCC

28,8

34,0

35,2

29,7

25,8

25,9

25,7

  1. Bunkers

39,9

52,7

55,3

50,1

44,4

43,8

45,7

  1. Landgebruik, landgebruiksverandering en
    bos (LULUCF) 6)

4,7

4,7

4,7

5,5

3,6

3,7

4,4

  1. Emissies van ingezetenen in het buitenland (+)

14,5

24,4

23,7

24,1

17,9

17,6

18,8

  1. Emissies van niet-ingezetenen in Nederland (-)

5,0

6,2

6,6

7,1

7,2

6,9

7,0

Bron: Emissieregistratie, CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek).
 

Verschillende CO2-emissiecijfers voor verschillende doelen

  • De Feitelijke emissies zijn de totale CO2-emissies op Nederlands grondgebied. De berekening is voornamelijk gebaseerd op de hoeveelheid verbrande brandstof (olie, kolen, biomassa) in Nederland. Daarnaast maken ook procesemissies hier deel van uit. Procesemissies zijn emissies van bedrijfsactiviteiten en daaronder vallen ook de emissies door aanvoer, op- en overslag en transport van grond- en hulpstoffen. De Feitelijke emissies (A) zijn opgebouwd uit de volgende onderdelen van de tabel: Stationaire bronnen volgens IPCC Intergovernmental Panel on Climate Change (Intergovernmental Panel on Climate Change ) (1), Kort-cyclische CO (3), Verkeer en vervoer, feitelijke emissies (4), Zeescheepvaart (5) en Mobiele werktuigen (6). 
    A = 1 + 3 + 4 + 5 + 6

  • De IPCC-emissies zijn de CO2-emissies zoals die internationaal worden gerapporteerd en waarop Nederland zijn doelstellingen om de emissie te verlagen heeft gebaseerd. De IPCC-emissies wijken af van de Feitelijke emissies, doordat voor verkeer en vervoer gerekend wordt met de hoeveelheid verkochte brandstof in Nederland in plaats van de hoeveelheid verbrande brandstof. Daarnaast worden de emissies van internationale zee- en luchtvaart en kort-cyclische emissies niet meenomen in de IPCC-emissies. De emissies van landgebruik, landgebruiksverandering en bosbouw (LULUCF) worden daarentegen wel meegenomen. De IPCC-emissies (B) zijn opgebouwd uit de volgende onderdelen van de tabel: Stationaire bronnen volgens IPCC (1), Mobiele werktuigen volgens IPCC (7), Verkeer en vervoer volgens IPCC (8) en Landgebruik, landgebruiksverandering en bos (10).
    B = 1 + 7 + 8 + 10

  • De milieurekeningen geven de emissies die samenhangen met Nederlandse economische activiteiten. De milieurekeningen gaan uit van de Feitelijke emissies, hiervan worden de emissies afgetrokken die veroorzaakt worden door niet-ingezetenen in Nederland. Emissies die ingezetenen in het buiteland veroorzaken worden erbij opgeteld. De milieurekeningen emissies (C) zijn opgebouwd uit de volgende onderdelen van de tabel: Feitelijke emissies (A), met Emissies van ingezetenen in het buitenland (11) min de Emissies van niet-ingezetenen in Nederland (12).
    C = A + 11 - 12

  • De Emissieregistratie (compartiment lucht) berekent de emissies op een andere manier dan standaard via de verbrande  brandstof omdat emissies van andere stoffen dan CO2 niet alleen op basis van brandstofverbruik zijn vast te stellen. Het verschil met de Feitelijke emissies komt doordat bij de Emissieregistratie de CO2-emissies van grote bedrijven op basis van elektronische milieujaarverslagen (e-MJV’s) zijn vastgesteld. Voor bedrijven die geen e-MJV hebben ingevuld wordt er een bijschatting gedaan. Via de e-MJV’s rapporteren bedrijven een veelheid aan emissies, met name luchtverontreinigende stoffen. Ook de CO2-uitstoot wordt gerapporteerd, en op de website van de Emissieregistratie gepresenteerd. Ook hierbij wordt doorgaans een berekening gehanteerd op basis van de ingezette brandstof (fossiel en biogeen), die de bedrijven ook zelf inventariseren en rapporteren. Verschil met de IPCC-methode is dat daar altijd de data van CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) energiestatistieken gebruikt wordt. Emissieregistratie (lucht) (D) is opgebouwd uit de volgende onderdelen van de tabel: Stationaire bronnen, ER Emissieregistratie (Emissieregistratie ) (2), Verkeer en vervoer, Feitelijke emissies (4), Zeescheepvaart (5) en Mobiele werktuigen (6).
    D = 2 + 4 + 5 + 6

  • De bunkeremissie (8) wordt ook als afzonderlijk getal gevraagd door het IPCC. De bunkeremissies omvatten de emissies door het gebruik van kerosine en brandstof van het internationale vlieg- en zeescheepvaartverkeer. Het betreft alleen kerosine en brandstof die verkocht zijn in Nederland.

  • De Feitelijke emissies zijn de totale CO2-emissies op Nederlands grondgebied. De berekening is voornamelijk gebaseerd op de hoeveelheid verbrande brandstof (olie, kolen, biomassa) in Nederland. Daarnaast maken ook procesemissies hier deel van uit. Procesemissies zijn emissies van bedrijfsactiviteiten en daaronder vallen ook de emissies door aanvoer, op- en overslag en transport van grond- en hulpstoffen. De Feitelijke emissies (A) zijn opgebouwd uit de volgende onderdelen van de tabel: Stationaire bronnen volgens IPCC (1), Kort-cyclische CO (3), Verkeer en vervoer, feitelijke emissies (4), Zeescheepvaart (5) en Mobiele werktuigen (6).
    A = 1 + 3 + 4 + 5 + 6

  • De IPCC-emissies zijn de CO2-emissies zoals die internationaal worden gerapporteerd en waarop Nederland zijn doelstellingen om de emissie te verlagen heeft gebaseerd. De IPCC-emissies wijken af van de Feitelijke emissies, doordat voor verkeer en vervoer gerekend wordt met de hoeveelheid verkochte brandstof in Nederland in plaats van de hoeveelheid verbrande brandstof. Daarnaast worden de emissies van internationale zee- en luchtvaart en kort-cyclische emissies niet meenomen in de IPCC-emissies. De emissies van landgebruik, landgebruiksverandering en bosbouw (LULUCF) worden daarentegen wel meegenomen. De IPCC-emissies (B) zijn opgebouwd uit de volgende onderdelen van de tabel: Stationaire bronnen volgens IPCC (1), Mobiele werktuigen volgens IPCC (7), Verkeer en vervoer volgens IPCC (8) en Landgebruik, landgebruiksverandering en bos (10).
    B = 1 + 7 + 8 + 10

  • De milieurekeningen geven de emissies die samenhangen met Nederlandse economische activiteiten. De milieurekeningen gaan uit van de Feitelijke emissies, hiervan worden de emissies afgetrokken die veroorzaakt worden door niet-ingezetenen in Nederland. Emissies die ingezetenen in het buiteland veroorzaken worden erbij opgeteld. De milieurekeningen emissies (C) zijn opgebouwd uit de volgende onderdelen van de tabel: Feitelijke emissies (A), met  Emissies van ingezetenen in het buitenland (11) min de Emissies van niet-ingezetenen in Nederland (12).
    C = A + 11 - 12

  • De Emissieregistratie (compartiment lucht) berekent de emissies op een andere manier dan standaard via de verbrande  brandstof omdat emissies van andere stoffen dan CO2 niet alleen op basis van brandstofverbruik zijn vast te stellen. Het verschil met de Feitelijke emissies komt doordat bij de Emissieregistratie de CO2-emissies van grote bedrijven op basis van elektronische milieujaarverslagen (e-MJV’s) zijn vastgesteld. Voor bedrijven die geen e-MJV hebben ingevuld wordt er een bijschatting gedaan. Via de e-MJV’s rapporteren bedrijven een veelheid aan emissies, met name luchtverontreinigende stoffen. Ook de CO2-uitstoot wordt gerapporteerd, en op de website van de Emissieregistratie gepresenteerd. Ook hierbij wordt doorgaans een berekening gehanteerd op basis van de ingezette brandstof (fossiel en biogeen), die de bedrijven ook zelf inventariseren en rapporteren. Verschil met de IPCC-methode is dat daar altijd de data van CBS energiestatistieken gebruikt wordt. Emissieregistratie (lucht) (D) is opgebouwd uit de volgende onderdelen van de tabel: Stationaire bronnen, ER (2), Verkeer en vervoer, feitelijke emissies (4), Zeescheepvaart (5) en Mobiele werktuigen (6).
    D = 2 + 4 + 5 + 6

  • De bunkeremissie (8) wordt ook als afzonderlijk getal gevraagd door het IPCC. De bunkeremissies omvatten de emissies door het gebruik van kerosine en brandstof van de internationale vlieg- en zeescheepvaartverkeer. Het betreft alleen kerosine en brandstof die verkocht zijn in Nederland.