Inzicht in de kwaliteit van emissiegegevens is belangrijk voor het gebruik van de gegevens. Die worden immers gebruikt voor internationale rapportages. Maar er zijn veel oorzaken voor onnauwkeurigheid en onzekerheden. Dat komt door de manier waarop de emissiegegevens tot stand komen.
Factoren die de kwaliteit van emissiecijfers beïnvloeden
Voorbeelden van factoren die van invloed zijn op de kwaliteit van de emissiecijfers zijn:
- de kwaliteit en de nauwkeurigheid van de metingen (van emissies of emissiefactoren)
- de toepasbaarheid van gebruikte meetmethoden
- de kwaliteit en de nauwkeurigheid van de dataverzameling (basisgegevens/activiteitendata)
- de mate van controle op fouten (bij conversies, in datastromen)
- de volledigheid van de emissieberekeningen (zijn alle bronnen bekend?)
- de consistentie van de emissieberekeningen (berekenen we emissies uit vergelijkbare processen op dezelfde manier?)
Controlestappen
De Emissieregistratie voert controlestappen uit om de kwaliteit van de emissiecijfers te bewaken. Een belangrijke stap is de trendanalyse. De berekende emissiecijfers worden dan onder andere vergeleken met de cijfers van het jaar ervoor en opvallende zaken worden gecontroleerd. Daarnaast kunnen de emissietrends vergeleken worden met andere gegevens. Voorbeelden hiervan zijn de vergelijking met de gemeten concentraties in het water of in de lucht. Of de vergelijking met de energie- of productiestatistieken in een bepaalde sector. Door resultaten van deze controles kunnen we emissieberekeningen bijstellen of de berekeningsmethoden verbeteren.
Mate van onzekerheid
De Emissieregistratie kwantificeert elk jaar de onzekerheid van de emissiecijfers. De mate van onzekerheid van een emissie wordt onder andere bepaald door de werking van het proces waarbij de emissie vrijkomt, de kwaliteit van de gebruikte gegevens en de volledigheid van de emissieberekening. Over het algemeen wordt de onzekerheid groter geschat voor stoffen waarover weinig gegevens bekend zijn.
De onzekerheid in de emissietotalen van Nederland verschilt per stof. De onzekerheidscijfers hieronder zijn gebaseerd op de onzekerheidsanalyse voor het emissiejaar 2022 uit de reeks 1990-2022. De onzekerheden worden bepaald met een Monte Carlo analyse (Approach 2, voor meer informatie zie IPCC Guidelines 2006 - Hoofstuk 3.2.3.2(PDF)). De onzekerheid is hier gedefinieerd als het 95%- betrouwbaarheidsinterval (± 2 maal de standaarddeviatie), en wordt uitgedrukt als percentage van het gemiddelde. Bijvoorbeeld, voor CO2 -equivalenten betekent dit dat het voor 95% waarschijnlijk is dat de geschatte emissie niet meer dan 4% afwijkt van de werkelijke emissie.
Onzekerheid van de totale Nederlandse emissie van broeikasgassen (o.b.v. CO2-equivalenten en inclusief de sector LULUCF (Land Use, Land Use Change and Forestry) voor 2022 (NIR 2024)
Stof |
Onzekerheid |
CO2 |
4% |
CH4 |
9% |
N2O |
28% |
Fluorhoudende gassen |
26% |
Totaal CO2-equivalenten | 4% |
Onzekerheid van de totale Nederlandse emissie van de belangrijkste luchtverontreinigende stoffen voor 2022 (IIR 2024)
Stof |
Onzekerheid |
NH3 |
27% |
Stikstofoxiden (als NO2) |
18% |
Zwaveloxiden (als SO2) |
21% |
NMVOS |
48% |
PM10 |
28% |
PM2.5 |
41% |
Onzekerheid bij individuele puntbronnen
Voor individuele puntbrongegevens wordt de onzekerheid bepaald door vele factoren. Zoals:
- Hoe bepaalt een bedrijf zijn emissies?
- Wat zijn de meetonnauwkeurigheden?
- Hoe worden de gegevens op bedrijfsniveau vertaald naar het elektronisch Milieujaarverslag?
- Hoe worden de gegevens gevalideerd door het bevoegd gezag?
- Hoe worden de gegevens vervolgens gebruikt/vertaald binnen de Emissieregistratie?
De kwantitatieve onzekerheden worden volledig bepaald door wat bekend is op het niveau van individuele bedrijven en bij het desbetreffende bevoegd gezag.
Onzekerheid bij ruimtelijke toedeling van diffuse emissiebronnen
De landelijke totale emissies worden ook ruimtelijk verdeeld naar lokaal niveau. Deze ruimtelijke toedeling komt tot stand aan de hand van modelberekeningen of verdeelsleutels, die op zich zelf ook onzekerheden bevatten. Hierdoor zijn de onzekerheden van diffuse emissiebronnen op lokaal niveau vaak groter dan de onzekerheid in de nationale totalen. De gepresenteerde ruimtelijk verdeelde emissiedata is daarom een bruikbare indicatie voor een beeld op landelijke en regionale schaal. Op lokale schaal zijn de ruimtelijk verdeelde emissies echter niet nauwkeurig genoeg om op schaalniveau (vergaande) conclusies aan te verbinden.