Alle betrokken organisaties leveren deskundigen voor taakgroepen en in elke taakgroep zijn diverse instituten vertegenwoordigd. De taakgroepen zijn verantwoordelijk voor het verzamelen van gegevens en het uitvoeren van de emissieberekeningen. Bovendien zijn de deskundigen nauw betrokken bij de ontwikkeling van de berekeningsmethodieken. De Emissieregistratie heeft zeven taakgroepen.
Taken en verantwoordelijkheden van iedere taakgroep
- Berekenen van emissies met behulp van de best beschikbare methodieken op basis van de resultaten van (inter)nationaal onderzoek
- Desgewenste methodische wijzigingen bepalen op basis van nieuwe (inter)nationale wetenschappelijke inzichten
- Kwaliteitscontrole van de data in de desbetreffende werkvelden (Zijn de juiste methoden toegepast? Zijn methoden juist toegepast?)
- Gezamenlijk goedkeuren van de data, onder verantwoordelijkheid van de taakgroepvoorzitter
- Jaarlijks actualiseren van methodiekrapporten
- Noodzakelijk onderzoek (‘verbeterpunten’) definiëren om de kwaliteit van de emissieberekeningen te behouden en/of te verbeteren.
Taakgroep ENINA
Welke instituten zijn vertegenwoordigd in de taakgroep?
De taakgroep bestaat uit vertegenwoordigers van
RIVM
(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu),
TNO
(Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek),
CBS
(Centraal Bureau voor de Statistiek) en Rijkswaterstaat.
Wat doet deze taakgroep?
In de taakgroep
ENINA
(Energie, Industrie en Afval) worden de emissies naar lucht uit de sectoren ENergie, INdustrie, raffinaderijen en Afvalverwijdering vastgesteld. In grote lijnen gaat het om:
- De verbrandingsemissies van alle stationaire bronnen in Nederland, ook die van huishoudens, utiliteitsbouw en glastuinbouw. Uitzondering hierop zijn sfeerverwarming (open haarden), vreugdevuren en houtvuren bij consumenten).
- De emissies van alle F-gassen (gefluorideerde gassen zoals koudemiddelen) in Nederland
- De niet-verbrandingsemissies (procesemissies) uit de sectoren energie, industrie, raffinaderijen en afvalverwijdering.
Taakgroep Landbouw
Welke instituten zijn vertegenwoordigd in de taakgroep?
De taakgroep bestaat uit vertegenwoordigers van
CBS
(Centraal Bureau voor de Statistiek),
WUR
(Wageningen University and Research) (Wageningen Environmental Research, Wageningen Livestock Research, Wageningen Plant Research en Wageningen Economic Research),
NMI
(Nutrienten Management Instituut),
PBL
(Planbureau voor de Leefomgeving) en
RIVM
(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu).
Wat doet deze taakgroep?
- De taakgroep is verantwoordelijk voor het berekenen van de nationale emissies uit de landbouw van koolstofdioxide (CO2), methaan (CH4), distikstofoxide (N2O), ammoniak (NH3), stikstofoxiden (NOx), fijnstof (PM10 en PM2.5) en Niet-Methaan Vluchtige Organische Stoffen (NMVOS).
- De landbouwemissies omvatten emissies uit het houden van vee, akkerbouw, tuinbouw en uit landbouwbodems.
- De emissies uit landbouwvoertuigen en transport van agrarische producten worden bij de taakgroep verkeer berekend. De emissies uit de toeleverende en verwerkende industrie, en de emissies die plaatsvinden bij de productie van de elektriciteit worden bij de taakgroep Industrie, Energieopwekking en Afvalverwerking ( ENINA (Energie, Industrie en Afval)) berekend.
Bekijk ook deze interactieve pdf Data voor het berekenen van ammoniakemissie uit de landbouw.
Taakgroep Verkeer en Vervoer
Welke instituten zijn vertegenwoordigd in de taakgroep?
De taakgroep bestaat uit vertegenwoordigers van
TNO
(Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek),
CBS
(Centraal Bureau voor de Statistiek),
PBL
(Planbureau voor de Leefomgeving),
RIVM
(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) en Rijkswaterstaat.
Wat doet deze taakgroep?
De taakgroep Verkeer en Vervoer is verantwoordelijk voor het vaststellen van de emissiecijfers voor mobiele bronnen in Nederland. Het betreft zowel de emissiecijfers voor broeikasgassen als voor milieuverontreinigende stoffen. Onder mobiele bronnen vallen onder meer het wegverkeer, de scheepvaart, de luchtvaart en het railvervoer. Maar ook de emissies van de visserij en van mobiele werktuigen, zoals landbouwtractoren en bouwmachines, worden door de taakgroep Verkeer en Vervoer jaarlijks in kaart gebracht. De taakgroep beheert en onderhoudt de methoden die worden gebruikt voor het berekenen van de emissies. En verzamelt en verwerkt de benodigde data voor de berekeningen.
Taakgroep WESP
Welke instituten zijn vertegenwoordigd in de taakgroep?
De taakgroep
WESP
(Werkgroep Emissies Servicebedrijven en Productgebruik) bestaat uit vertegenwoordigers van
TNO
(Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek) en het
RIVM
(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu).
Wat doet deze taakgroep?
De taakgroep WESP staat voor Werkgroep Emissies Servicebedrijven en Productgebruik. Deze taakgroep is verantwoordelijk voor het berekenen van emissies door productgebruik binnen huishoudens en bij bedrijven. Dit omvat emissies van:
- Oplosmiddelhoudende producten (zoals cosmetica, schoonmaakmiddelen, verf en autoproducten), zowel huishoudelijk voor als bedrijfsmatig gebruik
- Overige huishoudelijke emissiebronnen (zoals houtkachels, kaarsen, vuurwerk, barbecues, sigaretten, gevelbetimmering en verduurzaamd hout)
- Diverse vuren/branden (zoals vreugdevuren, woningbranden en autobranden)
- Diverse bedrijfsmatige emissies (zoals tankstations, afdanken koelkasten, stofemissies bouwplaatsen en antiroestbehandeling auto’s)
Emissies worden in het algemeen berekend op basis van de activiteitsgegevens (hoeveelheid verbrand hout, hoeveelheid gebruikte spuitbussen), gecombineerd met een emissiefactor per activiteit. De methodiek per emissiebron staat meer gedetailleerd in het WESP-methodiekrapport.
Taakgroep LULUCF
Welke instituten zijn vertegenwoordigd in de taakgroep?
De taakgroep
LULUCF
(Land Use, Land Use Change and Forestry) bestaat uit vertegenwoordigers van de
WUR
(Wageningen University and Research),
PBL
(Planbureau voor de Leefomgeving) en het
RIVM
(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu).
Wat doet deze taakgroep?
De taakgroep LULUCF houdt zich bezig met het bepalen van broeikasgasemissies (CO2, N2O, CH4) en CO2-verwijderingen die veroorzaakt worden door menselijke activiteiten in landgebruik (Land Use), landgebruiksverandering (Land Use Change) en bosbouw (Forestry). Landgebruik, landgebruiksverandering en bosbouw spelen een belangrijke rol in de mondiale klimaatproblematiek. Daarom is het belangrijk om hierover te rapporteren. Groeiende bossen en vegetatie nemen aan de ene kant bijvoorbeeld CO2 op uit de atmosfeer en leggen daarbij koolstof vast in biomassa (hout) en bodems. Aan de andere kant zorgen landgebruik of landgebruiksveranderingen (zoals ontbossing, intensieve landbouw of ontwatering van veenbodems) juist voor broeikasgasemissies.
LULUCF onderscheidt in totaal zes landgebruiksklassen: bosbouw, bouwland, grasland, wetlands, bebouwing en overig land. Daarnaast rapporteert LULUCF over ‘geoogste houtproducten’. Bouwland valt gedeeltelijk ook onder de Taakgroep Landbouw. Ruwweg vallen alle CO2- en niet-CO2-emissies uit de bodem die gerelateerd zijn aan het gebruik van de landbouwgrond onder LULUCF. De overige niet-CO2-emissies uit bijvoorbeeld de veehouderij en mestgebruik vallen onder de taakgroep Landbouw. LULUCF heeft dus alleen betrekking op landgebruik en niet op de landbouw.
Wat zijn de specifieke taken van deze taakgroep?
- Binnen de Emissieregistratie rapporteert de taakgroep LULUCF jaarlijks de inventarisatie en methodiek van broeikasgasemissies (CO2, N2O, CH4) -en CO2-verwijderingen uit de LULUCF-sector aan de VN (Verenigde Naties) Klimaatconventie ( UNFCCC (United Nations Framework Convention on Climate Change)) en het Kyoto Protocol.
- De taakgroep LULUCF levert ook aanvullende verplichte LULUCF-klimaatrapportages aan de Europese Commissie. De Europese Commissie gebruikt deze aanvullende rapportages om verder inzicht te krijgen in de LULUCF-emissies in lidstaten. De EU (Europese unie)-richtlijnen zijn erop gericht om lidstaten te stimuleren emissies verder te reduceren en vastlegging in de LULUCF-sector te bevorderen.
- Naast deze internationale rapportages, levert de taakgroep LULUCF ook data aan voor het (nationale) klimaatakkoord.
Bekijk ook deze interactieve PDF over landgebruik, landgebruiksverandering en bosbouw.
Taakgroep MEWAT
Welke instituten zijn vertegenwoordigd in de taakgroep?
In de taakgroep
MEWAT
(Methodeontwikkeling Wateremissies) zijn de volgende instituten vertegenwoordigd: Deltares,
TNO
(Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek),
CBS
(Centraal Bureau voor de Statistiek),
RWS
(Rijkswaterstaat)
WVL
(Water, Verkeer en Leefomgeving),
RIVM
(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) en
WEnR
(Wageningen Environmental Research) .
Aan welke onderdelen/sectoren werkt deze taakgroep?
De MEWAT-taakgroep is verantwoordelijk voor de belasting naar oppervlaktewater en belasting op het riool. Het gaat om zowel punt- als diffuse bronnen. Puntbronnen zijn industriële lozingen en effluenten van
RWZI
(Rioolwaterzuiveringsinstallatie)’s). Voorbeelden van diffuse bronnen zijn atmosferische depositie, uit- en afspoeling van landbouwgronden, regenwaterriolen en huishoudelijk afvalwater.
De taken van de taakgroep MEWAT zijn onder andere:
- Het vastleggen van de belasting naar oppervlaktewater en riool vanuit allerlei bronnen
- Afstemming van de gehanteerde methoden en het gebruik en beschikbaarheid van de basisgegevens
- De validatie van de emissiecijfers naar water
- Vernieuwingen doorvoeren
De methodiek van de emissieberekeningen worden per emissieoorzaak vastgelegd in factsheets.
Taakgroep Ruimtelijke Verdeling (TRV)
Welke instituten zijn vertegenwoordigd in de taakgroep?
Naast het
RIVM
(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) zitten er leden van de overige taakgroepen in de
TRV
(Taakgroep Ruimtelijke Verdeling).
Wat doet deze taakgroep?
Deze taakgroep berekent geen emissietotalen, maar houdt zich bezig met de geografische verdeling van de emissies binnen Nederland.
De taken van de TRV zijn:
- Verbeteren van de ruimtelijke verdeling door gebruik te maken van (externe) deskundigen, ervaringen van gebruikers en inzichten vanuit de andere taakgroepen. Verbeteringen doorvoeren gebeurt in nauwe afstemming met de andere taakgroepen, die in de TRV vertegenwoordigd zijn.
- Jaarlijks de ruimtelijk toebedeelde nationale totalen analyseren en controleren.
- Jaarlijks nieuwe ontwikkelingen voor het Emissieregistratie-werkplan prioriteren.
- Kentallen (emissiefactoren en emissieverklarende variabelen) beschikbaar maken. Daarmee kunnen regionale gebruikers emissies uit de Emissieregistratie specifieker maken voor hun eigen gebied.